Een andere veel voorkomende blessure, vooral bij contact- en balsporten, is letsel van de voorste kruisband. Vroeger betekende een kapotte kruisband vaak het einde van de sportloopbaan. Tegenwoordig kun je als voetballer nog een grote carrièremove maken, zoals Ruud van Nistelrooy heeft laten zien.
De kruisband zorgt voor stabiliteit van de knie in voor- en achterwaartse richting, maar ook bij draaibewegingen. Vooral bij draaibewegingen is de kruisband vrijwel onmisbaar. In de meeste gevallen is er geen tegenstander betrokken als een kruisband scheurt; het gebeurt vaak in een draaibeweging, waarbij de knie naar binnen knikt en het bovenbeen naar buiten draait, terwijl het onderbeen blijft staan, een zogenaamd exorotatie-valgusstresstrauma. De blessure komt vooral voor in het voetbal, het hockey en het korfbal, maar ook in skiën. Vaak wordt op het moment zelf een knap gehoord. Binnen een uur treedt dan meestal een zwelling op.
Het te volgen beleid na de diagnose is afhankelijk van de aard van de sport, en (in mindere mate) van het niveau waarop de geblesseerde zijn sport wil (blijven) beoefenen. Sommige artsen kiezen ervoor om eerst de knie weer ‘op te trainen’, en wachten af hoe de knie functioneert na het revalidatieproces. Helaas gaat het daarna – vroeg of laat – vaak toch weer mis, waardoor alsnog een operatie moet plaatsvinden: de voorste kruisbandplastiek. Een bijkomend gevaar bij het opnieuw ‘door de knie gaan’ is dat nog meer schade in de knie ontstaat, in de vorm van letsel aan de meniscus en/of het kraakbeen. Naar de huidige inzichten lijkt het verstandiger om direct na te denken over het plaatsen van een nieuwe voorste kruisband – als de geblesseerde tenminste zijn kniebelastende sport wil blijven beoefenen.
Die keuze zal vooral gelden voor jongere voetballers, korfballers, hockeyers, basketballers, et cetera. Een hogere leeftijd is op zich geen reden om níet te opereren, maar met het vorderen der jaren is het vaak wel beter om te kiezen voor sporten als tennis, hardlopen en wielrennen, die de knie minder belasten. De voorste kruisbandoperatie is een redelijk ingrijpende operatie, vooral voor wat betreft de revalidatie. De operatie zelf vergt maar anderhalf uur, daarna moet men zich zes weken op krukken voortbewegen. Het duurt over het algemeen een jaar voordat de sporter weer wedstrijdfit is. De keuze voor zo’n traject heeft een grote impact op zowel het sportieve als het dagelijkse leven. Meestal lukt het de sporter weer om op het oude niveau terug te komen, maar het lijkt erop dat er, afhankelijk van de sport die beoefend wordt, een verhoogde kans is op vervroegde slijtage van het gewricht.
Beter blijft het om dergelijke blessures voorkomen! Coaches spelen daarin een belangrijke rol. In Noorwegen is het gelukt om met een speciaal trainingsprogramma het aantal voorste kruisbandletsels bij jonge handbalsters met vijftig procent te verminderen. De uitdaging is dit ook bij andere sporten te bewerkstelligen!